zaterdag 27 februari 2016

Naar school


 ‘Hoe was het vandaag op school?’ vroeg Mark toen hij met  een dochter aan elke hand naar de auto liep. ‘Goed,’ antwoordden de meisjes in koor.  Steeds opnieuw diezelfde vraag. Daar moest je dus steeds opnieuw hetzelfde antwoord op geven.   ‘We hebben gespeeld.’  
Een hele vooruitgang ten opzichte van hun oudere neefje. Als je hem vroeg wat hij op school gedaan had, zei hij altijd: ‘Dat weet ik niet meer.’


Voor de meisjes was het net of ze allebei jarig waren en een groot feest kregen toen Lena na de kerstvakantie eindelijk naar school mocht.  Sofia keek er al lang naar uit om haar kleine zus alles te tonen wat er op school te beleven viel. En Lena omdat ze er echt aan toe was. Koen en Martine waren schatten van onthaalouders maar vanaf haar tweede was  Lena de oudste van de groep. De baas spelen over het kleine grut vond ze in het begin wel een uitdaging.  Zou haar kleine leger beginnen muiten als zij Napoleon speelde? Hoeveel speelgoed kon ze veroveren vooraleer er teruggevochten werd? Maar dat sociale experiment ging snel vervelen. De verhalen over school klonken veel interessanter.

‘Neen, niet Koentje meloentje. Naar school,’ jammerde ze wanneer ze Sofia door de poort zag verdwijnen en zij weer in haar autostoeltje van Dora achterbleef. Ze spartelde als een vis op het droge  als ze bij de onthaalouders afgezet werd.

Het was dan ook een trotse en zelfverzekerde Lena die vorige week met haar splinternieuw boekentasje op haar rug de schoolpoort binnenstapte. Geen tranen.  Een vluchtige kus aan mama en hand in hand met grote zus ging ze haar klasje binnen.

Sofia toonde alles wat er te ontdekken viel in de klas waar ze vorig jaar zelf in gezeten had. De juf liet hun even betijen, maar zei dan tegen Sofia: ‘Binnen vijf minuutjes moet je wel naar je eigen klas.’ Sofia keek alsof ze spruitjes als dessert  aangeboden kreeg. Toen de juf haar aanmaande om nĂ¹ te vertrekken,  klampte ze zich als een drenkeling aan Lena vast en jammerde: ‘voor zusje zorgen.’ Lena keek beduusd en gaf Sofia een kus. Met een hand klopte ze haar op de rug en met de andere streelde ze haar betraande wangen.

De juf keek naar de twee meisjes en smolt: ‘Ok, voor vandaag mag Sofia hier blijven maar morgen moet ze naar haar eigen klasje.’
Zo snel was de strijd niet gestreden. Lena speelde in haar eentje met de poppen of keek in een boekje, maar Sofia snikte de ganse tijd of liep onrustig rond als een welpje in een kooi.  Elke kans die ze zag, ontsnapte ze naar het klasje tegenover het hare om met haar zus te spelen. Dat gevecht herhaalde zich elke dag van de eerste week maar de school was onverbiddelijk: vanaf maandag was het afgelopen.
Het angstzweet parelde dus op zijn voorhoofd  toen papa maandagavond vroeg:   ‘In welke klas heb je vandaag gespeeld, Sofia?’
   ‘In mijn eigen klasje.’
   ‘Goed zo meisje, dat is flink. Papa is heel trots op je.’  Hij woelde door haar haar en kneep even in haar wang. Zijn oudste lachte verlegen en maakte een huppelpasje. Lena keek strak voor zich uit.      
  
‘Op jou ben ik ook heel trots hoor schat,’ zei papa tegen Lena. ‘In welk klasje heb jij vandaag gespeeld?’
    ‘In dat van Sofia.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten