Blijkbaar hebben verschillende mensen een probleem om te reageren op mijn teksten. Ik heb het zelf eens bekeken en ik geef toe: het is niet altijd evident. Daarom hier een mini handleiding want natuurlijk ben ik benieuwd naar jullie mening.
Onder elke tekst zie je in 't oranje de publicatiedatum en daarnaast Geen/1/2/opmerkingen. Als je klikt op opmerkingen, gaat het venster open waar je een reactie kan schrijven. Simpel, inderdaad maar het probleem zit 'm in het profiel. Je moet aanduiden met welk profiel je wil antwoorden en dat is niet voor iedereen even duidelijk.
In het uitklapmenu zie je verschillende mogelijkheden die ik zelf ook niet allemaal ken. Ik beperk me tot de meest voorkomende.
De eerste keuze is een Google-account. Veel mensen hebben dit en dus is het logisch dat zij dit profiel kiezen. Misschien moet je nog even inloggen bij Google en dan kan je publiceren.
Je kan dan trouwens ook klikken op Neem deel aan deze site, in de rechter zijbalk. Ik zou natuurlijk graag wat meer volgers willen verzamelen dus niet twijfelen.
Wie zelf blogt, heeft misschien een WordPress-account. Ook een mogelijkheid dus.
Heb je niets van dit alles, selecteer dan het voorlaatste: Naam/URL. Even je naam invullen en je kan je reactie publiceren. Een URL mag als je bvb een website hebt, maar dat hoeft niet. Je kan dit gewoon blanco laten.
Als laatste keuzemogelijkheid kan je nog altijd Anoniem reageren. Natuurlijk weet ik graag wie je bent dus doe dit liefst alleen in uiterste nood ;-)
Voila, laat die reacties nu maar komen.
Oh ja, onder de oranje regel staat ook nog Reacties: daar is het voldoende om aan te vinken of je de tekst Leuk vond of Niet Leuk. Makkelijk toch.
Deze blog heeft geen vast thema. Cursiefjes, korte verhalen, een oprisping van frustratie : je kan het hier allemaal vinden. De rode draad is schrijven en ik wil daar met jullie hulp en ongezouten kritiek proberen beter in te worden.
donderdag 29 oktober 2015
Coming out vroeger en nu
Het meisje ontvangt je vrij stuurs.
Ze hangt je jas op, begeleidt je naar de wastafel en wast je haar zonder veel
te zeggen. Maar zodra ze schaar en kam als wapens in de aanslag houdt, ontpopt
ze zich tot een echte kapster: vriendelijk, babbelziek en veel te familiair
naar je zin. Zelfs van je familie kan je dat niet verdragen, laat staan van een
wildvreemde. Maar er is geen ontkomen aan, dus babbel je schijnbaar gewillig
mee.
Al snel kabbelt de conversatie naar the point
of no return. En voor de triljoenste keer sta je voor de keuze: Zeg je het of
zeg je het niet? Nu ben je al meer dan dertig jaar openlijk lesbisch, tien jaar
getrouwd met een vrouw en heel actief in de holebibeweging, maar voor elke coming
out moet je je toch weer even opladen. Ontelbare keren heb je het al gezegd sinds die eerste keer 35
jaar geleden, maar vanzelfsprekend wordt het nooit.
Je kwam uit de kast op het moment dat
je aan familie en vrienden liet weten dat je lesbisch was. De tranen van je
moeder nam je er bij want je kende veel verhalen van homo’s en lesbiennes die thuis
niet meer welkom waren. Je negeerde het feit dat je beste vriendin plots haar
knieën netjes tegen elkaar drukte en je lachte spottend met elk meisje in je buurt
dat zich afvroeg of je op haar verliefd was. Ook met degene die inderdaad je
hart sneller deed kloppen.
vrijdag 23 oktober 2015
Uit de kast
Uit de kast komen anno 1980 – in een tijd dat die
uitdrukking nog niet bestond en homoseksualiteit als een vieze ziekte klonk
- was een moeilijke opgave. Je lag er
nachtenlang wakker van en je bedacht allerlei scenario’s. Je deed je verhaal
met klamme handen en bibberende stem en wachtte gespannen op het oordeel.
Toen ik bijna dertig jaar geleden
mijn broer op de hoogte wou brengen van mijn afwijkende seksuele voorkeur, was
ik daar niet gerust in. Hij was pas veertien – acht jaar jonger dan ik – en had
ongetwijfeld alleen nog maar in negatieve zin over homoseksualiteit gehoord en
ik had geen enkel idee hoe hij er zou op reageren als zijn zus tot die groep
perverten bleek te behoren. Het was dus met een klein hartje dat ik zei : ‘Ik
moet je iets vertellen.’
Hij keek op van zijn boek en gromde.
Op die leeftijd spreken jongens zelden met volledige zinnen. Hakkelend en
stotterend vertelde ik hem mijn zorgvuldig voorbereide speech. Ik eindigde met de conclusie dat ik dus
lesbisch was maar verder gewoon dezelfde zus die hij altijd al had gekend.
‘Ok,’ zei hij en hij boog zich weer
over zijn boek. Ik fronste en wachtte even, maar het bleef stil.
‘Maar,... begrijp je het?’ vroeg ik aarzelend.
‘Jaja,’ mompelde hij zonder opkijken. Ik stond daar maar wat te schutteren en ging dus de kamer uit. Met deze koele onverschilligheid wist ik geen raad. Was hij zo van slag dat hij niet kon reageren? Of wou hij gewoonweg niet meer tegen mij spreken nu ik abnormaal bleek te zijn?
‘Maar,... begrijp je het?’ vroeg ik aarzelend.
‘Jaja,’ mompelde hij zonder opkijken. Ik stond daar maar wat te schutteren en ging dus de kamer uit. Met deze koele onverschilligheid wist ik geen raad. Was hij zo van slag dat hij niet kon reageren? Of wou hij gewoonweg niet meer tegen mij spreken nu ik abnormaal bleek te zijn?
donderdag 15 oktober 2015
Sprookje over Esme
Er was eens een prinsesje, Esme
genaamd. Ze was enig kind en woonde met haar vader en moeder in een groot
paleis met verschillende kamers vol speelgoed. Haar vader, de koning, gaf haar
alles wat haar hartje begeerde, behalve vrienden. Hij wou zijn dochter voor zichzelf
houden. Esme mocht geen vriendjes op het paleis uitnodigen en ze mocht niet bij
andere kinderen op bezoek gaan.
Haar moeder keek weinig naar haar om.
Ze leek jaloers op de schoonheid van haar dochter en misgunde haar de aandacht
van haar vader.
Als hij vijf minuutjes vrij had,
bracht de koning tijd met haar door maar desondanks was Esme vaak alleen. Ze
speelde elke dag in een andere kinderkamer : maandag in de boekenkamer, dinsdag
in het knuffelhuis, woensdag in de poppenkamer, maar toch verveelde ze zich.
Daarom vond ze het wel fijn als haar
vader met haar kwam spelen maar toch ook niet. Haar hart bonkte als ze zijn
voetstappen in de gang hoorde en haar maag verkrampte. Ze deed haar best om te
glimlachen als hij de speelkamer binnenkwam. Elke keer moest ze hem verwelkomen
met een kus en zijn snor schuurde haar lippen. Elke keer ging hij in de grote
stoel zitten en tilde hij haar op zijn schoot. Hij hield haar dicht tegen zich
aan en vroeg wat ze wou spelen.
zaterdag 10 oktober 2015
Suikertaks
De suikertaks komt er dan toch. Vanaf 2016 wordt er een taks geheven op alle
suikerhoudende dranken. Het principe spreekt mij wel aan. Ongezonde voeding mag
- moet zelfs - duurder zijn dan de gezonde alternatieven. Een maatschappij die de gezondheid van haar
inwoners belangrijk vindt, zou niet mogen toestaan dat een pakje friet of een
kant-en-klare maaltijd goedkoper is dan een zelfgemaakte, gezonde maaltijd. Dat
je meer betaalt voor een stuk fruit dan voor een zak chips. Als de overheid dat
kan bewerkstelligen via een extra belasting voor ongezonde voeding en daar zelf
ook nog iets aan verdient, kan ik daar best mee leven.
Maar zo simpel is het niet. De suikertaks werd al in verschillende landen
uitgeprobeerd en op de meeste plaatsen na korte tijd weer afgeschaft. Omdat het
niet werkte!
· Mensen
dronken niet minder maar switchten naar goedkopere suikerhoudende dranken of ze
kochten hun favoriete frisdrank in het buitenland.
· De
taks treft vooral mensen met een laag inkomen o.a. omdat zij in verhouding een
groter deel van hun inkomen aan voeding besteden én ook vatbaarder zijn voor
een onevenwichtig voedingspatroon.
· Bovendien is
iedereen het er over eens dat suiker verslavend is. Wanneer is er ooit
iemand van zijn of haar verslaving afgeraakt omdat de prijs 0,10 cent steeg?
Ik
bespaar je de uitgebreide uitleg waarom de taks in andere landen niet het
gewenste resultaat had, maar het is typisch voor België om te denken dat het
bij ons nu wel zou lukken. Als vijf ezels met hun kop tegen de muur lopen en
daar alleen maar hoofdpijn aan overhouden, waarom zou de zesde ezel dan wel de
muur kunnen breken?
donderdag 8 oktober 2015
Je denkt dus je bent
Je ligt in de zetel. Je ogen zijn dicht en je ademt
rustig en ontspannen. Je laat je meedrijven door mijn stem die een tekst
voorleest. Probeer de gebeurtenissen te visualiseren. Jij bent het
hoofdpersonage.
Je
zit te lezen op het terras voor je huis. Er loopt iemand over je graf. De lucht is inktzwart. Het is stil. Je houdt
je adem in en luistert gespannen. Je
hoort een laag, brommend geluid dat snel dichterbij komt. Het zit achter je. Je draait je om en kijkt naar het strand. Je
mond valt open. Uit de zee komt een muur
van water recht naar je toe. Je knieën knikken. Je hart slaat een paar tellen
over en haast zich dan om terug bij te benen. Weg, loop weg, schreeuwen je hersenen maar je kan je spieren
niet bewegen. De gedachten tuimelen door je brein. Naar de bovenverdieping
vluchten? Te gevaarlijk. In die
tsunamifilm zag je gebouwen als kaartenhuisjes in elkaar storten. In een boom
klimmen? Dat zou je nooit lukken.
dinsdag 6 oktober 2015
De 50 beste blogposts
Wedstrijd Blogposts |
Cool! Mijn blog staat nog geen maand online en één van mijn blogs
werd al geselecteerd voor de wedstrijd van Standaard Boekhandel Alsemberg: de
vijftig beste blogposts. Mijn tekst zal dus sowieso gebundeld worden in een
e-book en daar ben ik heel blij om. Of ik bij de top drie behoor, wordt op
25 oktober bekend gemaakt.
Ach ja, ik ga nog niet naast mijn schoenen lopen. Grote kans
dat er slechts vijftig inzendingen waren ;-)
https://sanschapeaux.wordpress.com/de-50-beste-blogposts/
https://sanschapeaux.wordpress.com/de-50-beste-blogposts/
donderdag 1 oktober 2015
De bomma
Mijn
grootmoeder is dood. Tweeënnegentig is ze geworden. Tot vorig jaar woonde ze
nog thuis en ze kon zich aardig redden. Betaalde hulp had ze niet nodig, vond
ze zelf. Mijn moeder, haar dochter dacht daar anders over, maar kinderen moeten
hun ouders eeuwig blijven gehoorzamen en er voor zorgen, vond bomma. Mijn
moeder ging drie keer per week langs met eten voor meerdere dagen zodat bomma
het maar moest ontdooien en opwarmen. Elke vrijdag deed mijn moeder de kuis, zo
spaarde bomma het loon van een
poetsvrouw uit.
'Wees blij, ik zorg voor jullie
erfenis,’ lachte bomma als mijn moeder weer eens sakkerde over het vele werk.
‘Ge weet heel goed dat ik hier geen vreemden over de vloer wil.’
Abonneren op:
Posts (Atom)