Het meisje ontvangt je vrij stuurs.
Ze hangt je jas op, begeleidt je naar de wastafel en wast je haar zonder veel
te zeggen. Maar zodra ze schaar en kam als wapens in de aanslag houdt, ontpopt
ze zich tot een echte kapster: vriendelijk, babbelziek en veel te familiair
naar je zin. Zelfs van je familie kan je dat niet verdragen, laat staan van een
wildvreemde. Maar er is geen ontkomen aan, dus babbel je schijnbaar gewillig
mee.
Al snel kabbelt de conversatie naar the point
of no return. En voor de triljoenste keer sta je voor de keuze: Zeg je het of
zeg je het niet? Nu ben je al meer dan dertig jaar openlijk lesbisch, tien jaar
getrouwd met een vrouw en heel actief in de holebibeweging, maar voor elke coming
out moet je je toch weer even opladen. Ontelbare keren heb je het al gezegd sinds die eerste keer 35
jaar geleden, maar vanzelfsprekend wordt het nooit.
Je kwam uit de kast op het moment dat
je aan familie en vrienden liet weten dat je lesbisch was. De tranen van je
moeder nam je er bij want je kende veel verhalen van homo’s en lesbiennes die thuis
niet meer welkom waren. Je negeerde het feit dat je beste vriendin plots haar
knieën netjes tegen elkaar drukte en je lachte spottend met elk meisje in je buurt
dat zich afvroeg of je op haar verliefd was. Ook met degene die inderdaad je
hart sneller deed kloppen.
Na een paar weken had je het aan iedereen
verteld en de nieuwsgierigheid bekoelde. En daarmee was het afgelopen. Je was
uit de kast, voor eens en voor altijd. Dat dacht je toch. Maar dan veranderde
je van werk. Je kreeg andere vrienden of
nieuwe buren, je ging naar een sportclub, volgde een bijscholing. Of de kapster
vraagt naar wiens trouwfeest je moet. En daar ga je weer.
Je kan natuurlijk liegen. Het is
gemakkelijk genoeg om te zeggen dat je uitgenodigd bent voor het huwelijk van een
collega. Niemand verplicht je tot die coming out tegen een wildvreemde die aan
je haar zit te prutsen. Maar je bent er van overtuigd dat het belangrijk is.
Hoe vaker mensen gewone lesbiennes tegenkomen in gewone situaties, hoe sneller
ze hen normaal zullen vinden. Dat geloofde je al toen je twintig was en de
geschiedenis heeft je gelijk gegeven. Dus
blijf je het doen, keer op keer, zin of geen zin.
Gelukkig zijn de tijden veranderd.
Als je jouw kapster vertelt dat de dochter van je vrouw trouwt, zegt ze zonder
verpinken : ‘Leuk. Dan mag je aan de eretafel zitten.’
Dat liep vroeger niet zo vlotjes.
Elke coming-out was anders maar één ding hadden ze allemaal gemeen: er viel een
stilte, zo luid dat je trommelvlies in elkaar kromp. Die stilte betekende niet
perse dat ze er ‘tegen’ waren, alleen dat ze hun verbazing niet konden
verbergen en niet wisten of ze je moesten feliciteren of condoleren. Heel vaak
was je de eerste lesbienne die ze ontmoetten en daar moesten ze toch even van
bekomen.
Je leerde antwoorden op vervelende
en indiscrete vragen: ‘Hoe wij het doen?
Dat zal ik je zeggen als jij mij vertelt hoe jullie seks hebben.’ Hun twijfel of je wel zeker was - je was per slot van rekening toch nooit met
een man naar bed geweest – pareerde je met de vraag of zij ooit met iemand van
hetzelfde geslacht gevreeën hadden. Waren zij dan wel zeker dat ze hetero
waren?
De kapster ratelt onvermoeibaar
verder. Ze vertelt uitgebreid over haar eigen huwelijk en je knikt en humt
bevestigend op de juiste momenten. Ze is nieuwsgierig naar jouw huwelijk en
informeert naar jullie kinderen. Ze maakt
geen enkel onderscheid tussen een heterogezin en dat van jou. Je bent haast
ontroerd als je denkt aan het parcours dat daarvoor afgelegd is.
‘En
vanavond feesten,’ zegt de kapster. ‘Hou jij van dansen?’
Haar vraag katapulteert je terug naar vroegere feesten. Je maakte er een punt van om minstens één keer per feest met je vrouw te gaan slowen. Je liep niet graag in de spotlights, maar voor het goede doel had je het ervoor over dat alle hoofden in de zaal zich langzaam in jullie richting keerden en dat je het gefluister boven de muziek uit kon horen. Op het feest vanavond zal er waarschijnlijk niemand van opkijken als jullie gaan slowen.
Haar vraag katapulteert je terug naar vroegere feesten. Je maakte er een punt van om minstens één keer per feest met je vrouw te gaan slowen. Je liep niet graag in de spotlights, maar voor het goede doel had je het ervoor over dat alle hoofden in de zaal zich langzaam in jullie richting keerden en dat je het gefluister boven de muziek uit kon horen. Op het feest vanavond zal er waarschijnlijk niemand van opkijken als jullie gaan slowen.
De kapster blijft maar praten
alhoewel je er niets van begrijpt omdat ze ondertussen met de droger je haar
föhnt. Als ze daarmee klaar is, hoor je dat ze het over kinderen heeft. Ze
durft er niet aan te beginnen omdat ze schrik heeft dat er dan niet veel tijd
voor seks meer zal overblijven. Nu wordt ze wel heel familiair en je bent blij dat je
kappersbezoek er bijna op zit. Maar vlak voor je kan ontsnappen, vuurt ze een
laatste vraag op je af : ‘Twee lesbiennes, hoe doen die het eigenlijk?’
Sommige dingen veranderen echt nooit.
ik heb er weer van genoten!! dit smaakt naar nog! ;-)
BeantwoordenVerwijderenDank je wel
BeantwoordenVerwijderentijden veranderen gelukkig
BeantwoordenVerwijderen