donderdag 29 oktober 2015

Coming out vroeger en nu


Het meisje ontvangt je vrij stuurs. Ze hangt je jas op, begeleidt je naar de wastafel en wast je haar zonder veel te zeggen. Maar zodra ze schaar en kam als wapens in de aanslag houdt, ontpopt ze zich tot een echte kapster: vriendelijk, babbelziek en veel te familiair naar je zin. Zelfs van je familie kan je dat niet verdragen, laat staan van een wildvreemde. Maar er is geen ontkomen aan, dus babbel je schijnbaar gewillig mee.
Al snel kabbelt de conversatie naar the point of no return. En voor de triljoenste keer sta je voor de keuze: Zeg je het of zeg je het niet? Nu ben je al meer dan dertig jaar openlijk lesbisch, tien jaar getrouwd met een vrouw en heel actief in de holebibeweging, maar voor elke coming out moet je je toch weer even opladen. Ontelbare keren heb je het al gezegd sinds die eerste keer 35 jaar geleden, maar vanzelfsprekend wordt het nooit.
Je kwam uit de kast op het moment dat je aan familie en vrienden liet weten dat je lesbisch was. De tranen van je moeder nam je er bij want je kende veel verhalen van homo’s en lesbiennes die thuis niet meer welkom waren. Je negeerde het feit dat je beste vriendin plots haar knieën netjes tegen elkaar drukte en je lachte spottend met elk meisje in je buurt dat zich afvroeg of je op haar verliefd was. Ook met degene die inderdaad je hart sneller deed kloppen.
Na een paar weken had je het aan iedereen verteld en de nieuwsgierigheid bekoelde. En daarmee was het afgelopen. Je was uit de kast, voor eens en voor altijd. Dat dacht je toch. Maar dan veranderde je van werk.  Je kreeg andere vrienden of nieuwe buren, je ging naar een sportclub, volgde een bijscholing. Of de kapster vraagt naar wiens trouwfeest je moet. En daar ga je weer.
Je kan natuurlijk liegen. Het is gemakkelijk genoeg om te zeggen dat je uitgenodigd bent voor het huwelijk van een collega. Niemand verplicht je tot die coming out tegen een wildvreemde die aan je haar zit te prutsen. Maar je bent er van overtuigd dat het belangrijk is. Hoe vaker mensen gewone lesbiennes tegenkomen in gewone situaties, hoe sneller ze hen normaal zullen vinden. Dat geloofde je al toen je twintig was en de geschiedenis heeft je gelijk gegeven.  Dus blijf je het doen, keer op keer, zin of geen zin.
Gelukkig zijn de tijden veranderd. Als je jouw kapster vertelt dat de dochter van je vrouw trouwt, zegt ze zonder verpinken : ‘Leuk. Dan mag je aan de eretafel zitten.’
Dat liep vroeger niet zo vlotjes. Elke coming-out was anders maar één ding hadden ze allemaal gemeen: er viel een stilte, zo luid dat je trommelvlies in elkaar kromp. Die stilte betekende niet perse dat ze er ‘tegen’ waren, alleen dat ze hun verbazing niet konden verbergen en niet wisten of ze je moesten feliciteren of condoleren. Heel vaak was je de eerste lesbienne die ze ontmoetten en daar moesten ze toch even van bekomen. 
Je leerde antwoorden op vervelende en indiscrete vragen:  ‘Hoe wij het doen? Dat zal ik je zeggen als jij mij vertelt hoe jullie seks hebben.’  Hun twijfel of je wel zeker was  - je was per slot van rekening toch nooit met een man naar bed geweest – pareerde je met de vraag of zij ooit met iemand van hetzelfde geslacht gevreeën hadden. Waren zij dan wel zeker dat ze hetero waren?
De kapster ratelt onvermoeibaar verder. Ze vertelt uitgebreid over haar eigen huwelijk en je knikt en humt bevestigend op de juiste momenten. Ze is nieuwsgierig naar jouw huwelijk en informeert naar jullie kinderen.  Ze maakt geen enkel onderscheid tussen een heterogezin en dat van jou. Je bent haast ontroerd als je denkt aan het parcours dat daarvoor afgelegd is.
       ‘En vanavond feesten,’ zegt de kapster. ‘Hou jij van dansen?’
Haar vraag katapulteert je terug naar vroegere feesten. Je maakte er een punt van om minstens één keer per feest met je vrouw te gaan slowen. Je liep niet graag in de spotlights, maar voor het goede doel had je het ervoor over dat alle hoofden in de zaal zich langzaam in jullie richting keerden en dat je het gefluister boven de muziek uit kon horen. Op het feest vanavond zal er waarschijnlijk niemand van opkijken als jullie gaan slowen.
De kapster blijft maar praten alhoewel je er niets van begrijpt omdat ze ondertussen met de droger je haar föhnt. Als ze daarmee klaar is, hoor je dat ze het over kinderen heeft. Ze durft er niet aan te beginnen omdat ze schrik heeft dat er dan niet veel tijd voor seks meer zal overblijven. Nu wordt ze wel heel familiair en je bent blij dat je kappersbezoek er bijna op zit. Maar vlak voor je kan ontsnappen, vuurt ze een laatste vraag op je af : ‘Twee lesbiennes, hoe doen die het eigenlijk?’
Sommige dingen veranderen echt nooit.

3 opmerkingen: