woensdag 16 september 2015

Ontdopen

Natuurlijk ben ik gedoopt. Net zoals iedereen van mijn generatie. Mensen die hun kinderen niet lieten dopen, waren ketters die door de gemeenschap uitgespuwd werden. De pastoor kwam bij hen thuis langs om te dreigen met de banvloek en dat hun baby zou branden in de hel. Het was dus de evidentie zelf dat er in het bijzijn van familie en vrienden een klets water over mijn hoofd zou gegooid worden.

Als kind hield ik van de sfeer in de kerk. Ik ging er soms zitten, zelfs als er geen eucharistieviering was. Ook op ’t kerkhof liep ik graag rond. Niet op Allerheiligen want dan ergerde ik me aan de competitie van verbloemde graven en aan het gekwetter van bezoekers die de rustplaats van hun dierbare niet vonden. Maar op doodgewone dagen vond ik het zalig om daar rond te wandelen.  Ook nu nog kan ik genieten van de stilte en de sereniteit op een kerkhof en als ik op vakantie ga, breng ik altijd een bezoekje aan de begraafplaatsen. 

Na mijn plechtige communie ben ik samen met mijn beste vriendin zeker nog twee jaar uit vrije wil elke week naar de kerk geweest. In het begin vanuit een oprecht christelijke motivatie. Later gingen we na de viering stiekem iets drinken in het café naast de kerk en geleidelijk aan werd dat onze hoofdreden. We slopen vijf minuutjes vroeger uit de kerk, dan tien minuten, een kwartier en op den duur gingen we rechtstreeks naar ’t café.  Daar leerden we nieuwe mensen kennen en we hielden ellenlange discussie o.a. over de goede en kwade kanten van de katholieke kerk. Mijn geloof bleef overeind maar het instituut verbrokkelde zienderogen.

Ik bewonderde een oudere vriendin die weigerde ooit nog één stap in een kerk te zetten. Daarvoor had het Heilige Instituut door de eeuwen heen teveel misdaden tegen de menselijkheid begaan en ze wou er niets meer mee te maken hebben.  Zelfs niet voor de begrafenis van haar vader. Stiekem leek me dat toch een beetje fanatiek.  De wereld zou niet vergaan als je even van je principes afweek om je moeder bij te staan maar waarschijnlijk was ik gewoon te laf.

Een paar jaar later werd ze verliefd op een jongen wiens ouders droomden van een huwelijk met alles er op en er aan. Zij die een kerkgebouw nooit meer langs binnen wou bekijken, trouwde voor de kerk. Niet eens omwille van haar vriend maar omdat zijn ouders er op stonden. Dat vond ik zó hypocriet. Waarschijnlijk betaalden die ouders het feest.

Ik werd hoe langer hoe minder katholiek. Ik was er zeker van dat God zelf zich vol afschuw afkeerde van de clerus die in Zijn naam allerlei nonsens sprak. Ik dacht de eerste keer aan ontdopen toen onze nieuwbakken aartsbisschop Léonard, amper een week na zijn aanstelling, homoseksualiteit vergeleek met anorexia. Al tientallen jaren schaamde ik me voor de domheid en de wereldvreemdheid van de kerk. Ik wond me op over hun kortzichtigheid of ik was verbijsterd over hun wreedheid. Ik wou geen deel uitmaken van een instituut met zo’n liefdeloze visie.  En dat was nog vóór Leonard.

En Vangheluwe. Ik was blijkbaar niet de enige die de capriolen van de katholieke kerk beu was want na het pedofilieschandaal van de vrij populaire bisschop van Brugge steeg  het aantal ontdopingen spectaculair. Exacte cijfers wou de kerk niet vrijgeven maar alle bisdommen bevestigden de stijgende trend. Het sprak me steeds meer aan.

Niet dat je de kerk als instituut moet verlaten omwille van Vangheluwe en zijn vriendjes.  Als je elke instantie moet afbreken zodra er een rotte appel in de mand zit, blijft er niet veel meer overeind. Belangrijker is  wat je doet met die rotte appels. Ze oppoetsen tot ze weer blinken, het rotte stuk er uit snijden of de boosdoener stiekem in een andere mand verstoppen? Of doe je helemaal niets en laat je de boel gewoon verder verkankeren?

Na alle misdaden die de Kerk doorheen de eeuwen uit naam van het geloof al gepleegd heeft - kruistochten, inquisitie, heksenverbrandingen - is hun houding vandaag nog niet veel katholieker. Aids is een straf van God, condooms zijn des duivels en homoseksualiteit een gesel. Als je een aantal uitspraken van onze huidige bisschop op een rijtje zet, waan je je zo terug in de Middeleeuwen. Vangheluwe was simpelweg de spreekwoordelijke druppel die onze doopvont deed overlopen.

Toen Léonard  ‘aids een soort van immanente rechtvaardigheid’ noemde, allemaal in datzelfde jaar 2010, zette ook ik ontdopen op mijn to-do lijstje.

Maar in tegenstelling tot wat veel mensen denken, haalt het eigenlijk niet zo veel uit. Je bent dan weliswaar een goddeloze hond die recht naar de hel gaat en vanzelfsprekend heb je geen recht meer op de sacramenten en kan je dus ook geen kerkelijke begrafenis meer krijgen. Trouwen voor de kerk mag niet meer alhoewel hier soms nog een mouw aan te passen valt. Maar waarom zou je dat als ontdoopte überhaupt nog willen? Tenzij je schoonmoeder het feest betaalt natuurlijk.

Wie uit de Katholieke Kerk wil treden of zich wil laten ontdopen, moet enkel een brief naar het bisdom van de plaats waar hij of zij gedoopt is sturen. Daar wordt er een kruisje achter je naam in het doopregister gezet. Dit kruisje symboliseert je protest, want de daad van de doop zelf kan niet ongedaan gemaakt worden.

De kerk krijgt er echter geen cent minder subsidies om.  De financiering van de Rooms-katholieke kerk wordt namelijk via een middeleeuwse methode berekend op basis van het bevolkingsaantal. Zoveel inwoners in jouw parochie = zoveel geld voor de kerk.  Moslims, joden, hindoes en ontdoopten, voor iedereen evenveel. Hoog tijd om dat systeem eens aan te passen en bvb een kerkbelasting zoals in Duitsland, in te voeren. Via deze belasting voor levensbeschouwingen kiest ieder individu afzonderlijk aan welke eredienst, levensbeschouwing of humanistisch doel hij een financiële bijdrage wil leveren.

Is ontdopen dan zinloos? Blijf ik me gewoon verder ergeren aan elke dwaze opmerking en misdadige reactie van het instituut waar ik een onverbrekelijk deel van uitmaak; ook al heb ik er nooit voor gekozen om er bij te horen? Stop ik me gewoon weg tussen de andere appels, blozend van schaamte?

Door me te laten ontdopen geef ik een krachtig signaal, in de eerste plaats voor mezelf, maar ook naar de kerk toe, én naar de overheid. Het is de enige vorm van protest die we hebben, de beste manier om duidelijk te maken dat we het beu zijn.

Dus heb ik vandaag alsnog mijn brief op de bus gedaan. Zonder directe aanleiding, zonder nieuw schandaal maar als weloverwogen beslissing als reactie op een levenslang ongenoegen. Nu kan ik eindelijk het item schrappen dat al jaren aan de top van mijn to-do lijstje staat te blinken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten